dinsdag 6 november 2012

Stoppen als ZZP'er


Stoppen als zzp’er

Stoppen met werken, een baan als werknemer, een faillissement of langdurige ziekte. Er zijn verschillende redenen voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) om met hun bedrijf op te houden. De overheid gaat ervan uit dat de zzp’er zelf maatregelen neemt tegen de gevolgen hiervan.

Pensioen

Iedereen die in de 50 jaar voor zijn pensionering in Nederland heeft gewoond of gewerkt, heeft recht op een (gedeeltelijke of volledige) AOW-uitkering (het basispensioen). Dit geldt dus ook voor zzp’ers. Voor ondernemers bestaan verschillende mogelijkheden om hun pensioen aan te vullen.

Stakingsaftrek

Met de  externe link: stakingsaftrek hoeven zzp’ers die stoppen met hun bedrijf, minder belasting te betalen over de winst die is behaald bij het staken van de onderneming (stakingswinst).
Door de winst uit de beëindiging van het bedrijf aftrekbaar te maken, voorkomt de overheid dat zelfstandigen hun bedrijf noodgedwongen moeten aanhouden omdat stoppen een onbetaalbare belastingafdracht zou betekenen. De ondernemer mag maximaal € 3.630 aftrekken op de stakingswinst.

Financiële steun bij beëindigen van bedrijf

Zelfstandigen die met hun bedrijf moeten stoppen, kunnen voor financiële ondersteuning gebruikmaken van het Besluit Bijstandverlening zelfstandigen. Zij kunnen dan tijdens de beëindiging van hun bedrijf in hun levensonderhoud blijven voorzien. De uitkering vult hun inkomen aan tot bijstandniveau.

Inkomenssteun voor oudere zelfstandigen

Ouderen boven de 55 jaar die hun bedrijf moeten beëindigen of verkopen, kunnen een beroep doen op de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
De uitkering vult het (gezins)inkomen aan tot het bijstandsniveau. Voor het vaststellen van de uitkering geldt een minder strenge inkomens- en vermogenstoets dan bij de Wet werk en bijstand (WWB). Oudere zelfstandigen kunnen deze uitkering tot hun 65e jaar ontvangen. Zij moeten in de tussentijd wel solliciteren.
Voor de IOAZ geldt, anders dan bij de inkomensvoorziening voor werknemers (IOAW), een vermogenstoets. Reden hiervoor is dat zelfstandigen over het algemeen meer vermogen hebben. Bijvoorbeeld door de verkoop van het bedrijf of het bezit van landerijen. Bij de berekening van de IOAZ-uitkering telt het eigen vermogen tot €122.094 niet mee.

Bron: Belastingdienst

Geen opmerkingen:

Een reactie posten